SV | En al datzelve geslacht ook tot zijn vaderen vergaderd was; zo stond er een ander geslacht na hen op, dat den HEERE niet kende, noch ook het werk, dat Hij aan Israel gedaan had. |
WLC | וְגַם֙ כָּל־הַדֹּ֣ור הַה֔וּא נֶאֶסְפ֖וּ אֶל־אֲבֹותָ֑יו וַיָּקָם֩ דֹּ֨ור אַחֵ֜ר אַחֲרֵיהֶ֗ם אֲשֶׁ֤ר לֹא־יָֽדְעוּ֙ אֶת־יְהוָ֔ה וְגַם֙ אֶת־הַֽמַּעֲשֶׂ֔ה אֲשֶׁ֥ר עָשָׂ֖ה לְיִשְׂרָאֵֽל׃ ס |
Trans. | wəḡam kāl-hadwōr hahû’ ne’esəfû ’el-’ăḇwōṯāyw wayyāqām dwōr ’aḥēr ’aḥărêhem ’ăšer lō’-yāḏə‘û ’eṯ-JHWH wəḡam ’eṯ-hamma‘ăśeh ’ăšer ‘āśâ ləyiśərā’ēl: |
En al datzelve geslacht ook tot zijn vaderen vergaderd was; zo stond er een ander geslacht na hen op, dat den HEERE niet kende, noch ook het werk, dat Hij aan Israel gedaan had.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En al datzelve geslacht ook tot zijn vaderen vergaderd was; zo stond er een ander geslacht na hen op, dat den HEERE niet kende, noch ook het werk, dat Hij aan Israël gedaan had.
________Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!